De financiële analyses bij de deelprogramma’s zijn opgenomen bij het onderdeel financiële analyses. In dit onderdeel geven we een samenvattend beeld bij de jaarrekening van het gehele programma 2.1 Sociaal Domein. Het Programma 2.1 Sociaal Domein sluit per saldo met een positief bruto resultaat van € 15,4 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen per deelprogramma benoemd die bepalend zijn voor dit saldo.
2.1.1 Basisinfrastructuur en 2.1.2 Ambulante zorg
Het programmaonderdeel 2.1.1 Basisinfrastructuur en 2.1.2 Ambulante Zorg sluiten respectievelijk met een overschot van afgerond € 1,8 en 1,6 miljoen. Bij beide programmaonderdelen wordt dat voor een belangrijk deel veroorzaakt door middelen die we ontvangen hebben voor nieuwe regelingen.
In 2023 heeft de gemeente Amersfoort een specifieke uitkering ontvangen voor het Integraal Zorgakkoord (IZA) en voor het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Aansluitend op het Coalitie-akkoord 2022-2026 , het Beleidskader Inclusieve Stad 2021-2026 , de Sportnota, de Cultuurvisie en het regionaal gezondheidsakkoord Samen Sterker , bouwen we met het IZA en GALA voort aan een gerichte lokale en regionale aanpak van preventie, gezondheid en sociale basis. Aangezien deze uitkeringen in de tweede helft van 2023 zijn ontvangen, hebben wij daar waar sprake is van overlap met reguliere beleidsuitvoering en activiteiten in het kader van IZA en GALA, deze ten laste gebracht van deze specifieke uitkeringen. Niet bestede middelen van deze uitkeringen kunnen namelijk niet meegenomen worden naar 2024. Hierdoor is er sprake van een incidentele onderbesteding op deze begrote middelen. Deze regelingen lopen tot en met 2026.
Daarnaast zien we dat door de gespannen arbeidsmarkt ook in 2023 sprake is van een onderbesteding bij programmaonderdeel 2.1.2. Ambulante Hulp omdat de verwachte groei in personele bezetting bij de Sociale Wijkteams Amersfoort (SWA) niet geheel konden worden behaald. Als gevolg van bovenstaande laten de programmaonderdelen 2.1.1 Basisinfrastructuur en 2.1.2 Ambulante Zorg ten opzichte van eerdere jaren een grotere onderuitputting zien.
2.1.3 Specialistische Zorg
Het programmaonderdeel 2.1.3 Specialistische zorg sluit met een overschot van € 6,6 miljoen. Binnen dit programmaonderdeel is een zeer wisselend financieel beeld zichtbaar.
In het jaar 2023 zijn belangrijke stappen gezet in de transformatieopgaven die nodig zijn in het Sociaal Domein om het zorglandschap te vereenvoudigen die bepalend zijn voor het financieel beeld van 2023. Op 1 Juni 2023 is er een Europese aanbesteding gegund voor Specialistische Jeugdhulp. Samen met de gemeenten in de regio Amersfoort hebben we een nieuwe overeenkomst met MetMaya gesloten voor specialistische jeugdhulp voor de komende negen jaar. Deze aanpak biedt stabiliteit en intensieve samenwerking met één contractpartner. Als gevolg van de overgang naar één aanbieder vanaf 1 januari 2024 zien we dat de p*q aanbieders versneld hun wachtlijsten hebben opgepakt in 2023. Hierdoor zijn de zorgkosten van Jeugd gestegen ten opzichte van 2022, wij verwachten dat deze stijging incidenteel is. Het tekort op jeugd is in 2023 € 7,6 miljoen. Met de nieuwe contractpartner MetMaya wordt verder gewerkt aan de transformatieopgave die nodig is om de jeugdhulp te kunnen hervormen (hervormingsagenda jeugd) om daarmee de structurele bezuiniging van het Rijk van circa € 13 miljoen op jeugdhulp te kunnen realiseren.
De besteding van de WMO middelen, exclusief beschermd wonen, laat een stabiel beeld zien ten opzichte van 2022. Het saldo op deze budgetten tezamen is € 1,1 miljoen. De functie beschermd wonen kent een positief saldo van € 12,1 miljoen. Dit overschot is incidenteel. Het overschot wordt deels veroorzaakt doordat het niet mogelijk is gebleken om in 2023 de wachtlijst van circa 50 plekken weg te werken. Aanbieders zijn niet in staat gebleken plekken aan te bieden. Daarnaast speelt dat het rijk een wetswijziging in voorbereiding heeft wat leidt tot het opheffen van de centrumgemeenteconstructie voor beschermd wonen. Dit betekent dat de taak evenals de budgetten verschuiven naar de centrumgemeenten. Tegelijkertijd wordt het verdeelmodel herijkt. Gevolg hiervan is dat de huidige centrumgemeente budgetten die Amersfoort ontvangt voor het Beschermd Wonen gaan wijzigen.
2.1.4 Opvang
Het programmaonderdeel 2.1.4 Opvang sluit met een overschot van € 3,6 miljoen. Op dit programmaonderdeel is er sprake van een transitie in de wijze waarop we de opvang vorm willen geven in de regio Amersfoort, namelijk ondersteuning en opvang zoveel mogelijk in de eigen omgeving, waarvan de effecten de komende jaren zichtbaar worden.
In 2023 is een belangrijke stap gezet in de beweging conform de Regiovisie Samen in de wijk met het opstarten van de aanbesteding van de Maatschappelijke opvang. In de toekomst willen wij door de transformatieopgaven vanuit de regiovisie te realiseren het aantal benodigde opvangplekken sterk verminderen. Hiervoor zijn met de landschapsschets ‘Wonen en zorg’ ambities vastgesteld. Ook wordt ingezet op Housing First en Skaeve Huse om de beweging naar wonen kracht bij te zetten in de hele regio. Gezien het traject van aanbesteding van de maatschappelijke opvang nog loopt is er sprake is van een incidentele onderbesteding op deze middelen. Op de middelen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, hebben we een positief saldo van afgerond € 2,2 miljoen.
Door ontwikkelingen bij Samen Veilig Midden Nederland (SAVE en Veilig Thuis; afkorting SVMN) zijn de kosten afgenomen onder andere als gevolg van de dalende cliëntaantallen en een minder groot beroep op de preventieve diensten van SVMN. Tenslotte is het budget voor caseloadverlaging niet benut aangezien de hiervoor benodigde capaciteit pas eind 2023 op volle sterkte was. Al deze ontwikkelingen hebben geleid dat het aandeel van de gemeente Amersfoort in de kosten van Samen Veilig Midden Nederland (SVMN, jeugdbescherming) € 1,1 miljoen lager dan geraamd zijn.
2.1.5 Diversiteit, integratie en toegankelijkheid
Het programmaonderdeel 2.1.5 Diversiteit, integriteit en toegankelijkheid sluit met een overschot van € 6,2 miljoen. Dit saldo wordt grotendeels bepaald door de middelen die we ontvangen van het rijk voor opvang van Oekraïense ontheemden. Omdat de daadwerkelijk gerealiseerde kosten lager uitvallen dan de beschikbaar gestelde vergoeding valt een bedrag van € 5,1 miljoen vrij ten gunste van de exploitatie. Dit bedrag hoeft niet te worden terug betaald aan het Rijk.
2.1.6 Werk en Inkomen
Het programmaonderdeel 2.1.6 Werk en Inkomen sluit met een negatief saldo van € 4,5 miljoen. Dit saldo wordt veroorzaakt door met name onderstaande ontwikkelingen.
In 2023 hebben we ons beleid voortgezet van het verlenen van steun aan veel inwoners door middel van verschillende financiële regelingen, zoals o.a. de energietoeslag en het inzetten van het financieel vangnet in het Sociaal Domein. Ook vanuit het Rijk zijn hiervoor in stappen verschillende financiële compensatiebedragen ter beschikking gesteld. De middelen die wij ontvangen hebben voor de energietoeslag zijn volledig besteed. We hebben afgerond 8500 huishoudens een energietoeslag verstrekt. Op dit budget is een nadelig saldo te zien van afgerond € 5,5 miljoen. Dat komt omdat de middelen vanuit de decembercirculaire 2023 (€ 5,5 miljoen) voor de energietoeslag als baat staan verantwoord in programma 5.1.
Op de BUIG uitkeringslasten (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) is in 2023 een negatief resultaat gerealiseerd van € 3,8 miljoen. In de zomerrapportage 2023 was er op de BUIG reeds een nadeel aangegeven doordat de uitkeringslasten hoger zijn dan geraamd. Verder zijn er incidentele overschotten op basis van regionale middelen (onttrokken middelen uit de reserve regionale participatiegelden, ESF subsidies en middelen uit de circulaires) die in de begroting 2023 zijn opgenomen voor de arbeidsmarktregio Amersfoort van ongeveer € 3,5 miljoen.
Toelichting Analyses
Een ‘min’ betekent een financieel nadeel voor de gemeente en een ‘plus’ een financieel voordeel. Een ‘I’ staat voor Incidenteel (eenmalig) en de ‘S’ voor Structureel (doorlopend). De financiële analyses zijn op hoofdlijnen en geven de belangrijkste financiële afwijkingen aan. Dat betekent dat de financiële verklaring niet in alle gevallen uitputtend zal zijn. Bedragen onder de € 0,3 miljoen laten wij doorgaans buiten beschouwing in de financiële analyses en de begrotingsrechtmatigheid.