Indicatoren
1.1 Stedelijk beheer en milieu
% scheiding huishoudelijk afval | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
57 | 61 | 61 | 62 | ||
Bron: | Grondstoffenmonitor | ||||
Toelichting: | Het afvalscheidingspercentage is de hoeveelheid afval die inwoners apart scheiden. Hoe hoger dit getal, hoe beter er gescheiden wordt. Het gaat met name om de volgende stromen: grofvuil, gft, grof tuinafval, papier, glas, textiel, kunststof (pmd), klein chemisch afval. Wat er over blijft is restafval. Het streefcijfer (70% in 2025) is gebaseerd op het omgekeerd inzamelen en bewustwordingscampagnes. |
Energiegebruik wonen. werken en verkeer | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
7333 | 6826 | 6335 | 6970 | ||
Bron: | Rijkswaterstaat | ||||
Toelichting: | De eenheid van deze indicator is terajoules (TJ). Het doel voor 2050 is een energiegebruik van maximaal 4.409 TJ. De afgelopen jaren is het energiegebruik flink gedaald en ligt het gebruik zelfs onder het streefcijfer van 2026. De afname in 2022 is deels toe te schrijven aan een lager gasverbruik door een combinatie van factoren, waaronder de hoge gasprijzen. Deze indicator is niet opgenomen in de begroting van 2024. |
Gasverbruik wonen en werken | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
3534 | 3514 | 3055 | 3122 | ||
Bron: | Klimaatmonitor Rijkswaterstaat | ||||
Toelichting: | De eenheid van deze indicator is terajoules (TJ). Doel voor 2050 is helemaal geen gasgebruik voor wonen en werken. We zien in het jaar 2022 een flinke afname van het gasverbruik ten opzichte van eerdere jaren. Dit is lijn met het landelijke beeld; er was sprake van een relatief zachte winter en daarnaast hebben hoge gasprijzen bijgedragen aan zuinig stookgedrag. Daarnaast neemt het gasverbruik geleidelijk af door toegenomen isolatie en doordat overgestapt wordt op alternatieven (elektriciteit en warmte). Het realisatiecijfer komt daarmee in 2022 al onder het streefcijfer voor 2023 te liggen. In de titel en toelichting van deze indicator stond in de begroting voor 2023 een fout: er stond ‘verkeer’ bij, maar het gaat alleen om gasverbruik wonen en werken. Dit is nu gecorrigeerd. Deze indicator is niet opgenomen in de begroting 2024. |
Hernieuwbare elektriciteit (%) | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
8 | 10,7 | 13,5 | |||
Bron: | Klimaatmonitor Rijkswaterstaat | ||||
Toelichting: | Het aandeel van hernieuwbare bronnen (wind, zon, waterkracht en biomassa) in de elektriciteitsproductie (in %). De stijging in de afgelopen jaren is toe te schrijven aan de sterke toename van het aantal geïnstalleerde zonnepanelen. Deze toename is in lijn met het landelijke beeld. In 2021 komt het aandeel uit op 13,5%. Het streven van de gemeente is om in 2030 34% van de geschatte elektriciteitsvraag uit hernieuwbare bronnen op te wekken. Het streefcijfer voor 2025 is op de helft hiervan ingezet: 17%. De indicator dient verplicht te worden opgenomen vanuit het rijk (Besluit Begroting en Verantwoording) en is te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl. |
Opgewekte zonne-energie | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
105 | 159 | 201 | 361 | 240 | |
Bron: | Rijkswaterstaat | ||||
Toelichting: | De eenheid van deze indicator is terajoules (TJ). Zonne-energie komt van zonnepanelen op daken en zonnevelden. De flinke stijging tussen 2021 en 2022 komt vooral door de realisatie van twee zonnevelden in het najaar van 2021 en in 2022. Dit komt nog bovenop de toch al sterke toename van het aantal zonnepanelen op daken in 2021 en 2022. Doel voor 2050 is 971 TJ opwek. Deze indicator is niet opgenomen in de begroting 2024. |
1.3 Wonen
Jaren wachttijd als woningzoekende | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
8,2 | 8 | 7,2 | 8 | ||
Bron: | Woningnet; bewerking O&S | ||||
Toelichting: | De wachttijd is het aantal jaren dat een woningzoekende gemiddeld stond ingeschreven bij Woningnet bij acceptatie van een woning. Het grootste deel van de sociale huurwoningen (80%) wordt toegewezen op basis van wachttijd, de overige 20% wordt toegewezen via loting. De aangeboden woning gaat naar de woningzoekende die het langst staat ingeschreven. De gemiddelde wachttijd die nodig is om voor een woning in aanmerking te komen, zegt daarmee iets over de krapte op de sociale huurwoningmarkt. In 2020 was de administratieve wachttijd 9,3 jaar. Dit is de wachttijd die gebruikt wordt om de rangorde van de kandidaten te bepalen. Lokale woningzoekenden krijgen om hun kansen te vergroten een wachttijdbonus ten opzichte van woningzoekenden uit andere gemeenten. De wachttijd van 8,0 jaar in 2020 is de zuivere inschrijftijd (zonder wachttijdbonus), dus het daadwerkelijke verschil tussen het moment van inschrijven en de datum van het huurcontract. |
Kernvoorraad | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
18214 | 18228 | 18510 | 18840 | 19080 | |
Bron: | BAG/WOZ/Corporaties; bewerking O&S | ||||
Toelichting: | De omvang van de kernvoorraad betreft de stand van zaken op 1 januari van elk jaar. De kernvoorraad bestaat uit de goedkopere huurwoningen die eigendom zijn van een sociale verhuurder. De maximale huur voor de kernvoorraad is gelijk aan de huurtoeslaggrens: € 763,47 (2022). Op 1 januari 2022 was de omvang van de kernvoorraad 18.840 en de groei ten opzichte van 2021 330 woningen. Voor de jaren 2023 en 2024 gaan we uit van 35% van de geprognosticeerde groei van 800 woningen. (zie indicator uitbreiding woningvoorraad). In het Deltaplan Wonen en de Prestatieafspraken wordt waar het de voorraadontwikkeling bij corporaties betreft, uitgegaan van woningen waar er sprake is van een sociaal huurcontract. Woningen die verhuurd worden met een sociaal huurcontract hebben bij elke nieuwe huurder een aanvangshuurprijs onder de huurtoeslaggrens. We verwachten jaarlijks 35% van de toename van de woningvoorraad aan de kernvoorraad toe te voegen. |
uitbreiding woningvoorraad | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
537 | 1087 | 1153 | 760 | 800 | |
Bron: | BAG | ||||
Toelichting: | Zoals ook opgenomen in de voortgangsrapportage Woningbouw zijn er in 2021 meer dan 1.300 woningen toegevoegd. Concreet gaat het om 1042 nieuwbouwwoningen en 273 woningen die getransformeerd zijn. De bovenstaande indicator brengt de netto ontwikkeling van de voorraad. De toevoeging van woningen worden daarbij dus nog gecorrigeerd wat betreft sloop, overige onttrekkingen en administratieve correcties in de BAG in totaal - 162 woningen. Met de woningrealisatiecijfers tot september 2022 en de plannen die lopen denken we in 2022 niet ’de 1000 woningen toe te voegen. Omdat er gemiddeld 100 woningen per jaar gesloopt worden is de uitbreiding van de woningvoorraad in 2022 800 woningen. Ook voor 2023 ramen we wat voorzichtiger, namelijk 900 nieuwbouw minus 100 sloop is een toename van 800 woningen. We zijn bezig met de uitvoering van het Deltaplan. Veel grotere gebiedsontwikkelingen (met grote aantallen woningbouw) zijn in voorbereiding. De ambitie om gemiddeld 1.000 woningen per jaar toe te voegen blijft onverminderd staan. |
1.4 Mobiliteit
CO2 uitstoot van wegverkeer en mobiele werktuigen (exclusief snelwegen) | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
128 | 101 | 102 | |||
Bron: | Rijkswaterstaat | ||||
Toelichting: | Het cijfer is in kiloton CO2 per jaar. Mobiele werktuigen zijn o.a. vorkheftrucs, bulldozers, shovels en graafmachines. De cijfers over 2022 komen pas in het voorjaar van 2024 beschikbaar. |
Rapportcijfer verkeersveiligheid in de eigen straat | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
6,4 | 6,4 | 6,4 | |||
Bron: | Stadspeiling, O&S | ||||
Toelichting: | Rapportcijfer verkeersveiligheid in de eigen straat. Het betreft een steekproef. Het cijfer is sinds 2017 zo goed als gelijk gebleven. Met onze inzet op onder meer het verlagen van de maximum snelheid op veel wegen en het oplossen van verkeersveiligheidsknelpunten streven voor de komende jaren naar verbetering ten opzichte van eerdere jaren. Zie ook www.amersfoortincijfers.nl . |
2.1 Sociaal Domein
% huishoudens dat gebruik maakt van wijkteams | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Bron: | |||||
Toelichting: | Individuele inwoners van Amersfoort die in het verslagjaar ondersteuning / begeleiding van het wijkteam hebben ontvangen en/of waarvoor het wijkteam de regie heeft gevoerd en/of waarvoor een vraag verhelderd is. |
% inwoners dat mantelzorg geeft | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
16 | 16 | 15 | 17 | ||
Bron: | Stadspeiling | ||||
Toelichting: | We stimuleren de doorontwikkeling van de sociale basisinfrastructuur in wijken. Inwoners met beperkingen zullen meer en langer thuis worden ondersteund. De laatste jaren heeft Indebuurt033 zich met projecten rondom jonge mantelzorgers en mantelzorgers in de GGZ meer verdiept in de mantelzorger en zijn of haar context. Dit leert ons meer over hoe we ze moeten ondersteunen, maar ook dat we anders moeten kijken naar ons streefbeeld. Het gaat niet zozeer om meer mantelzorgers, maar vooral om betere ondersteuning. We gaan meer inzetten op betere steun- en informatienetwerken en meer vrijwillige hulp voor mantelzorgers, opdat ze geholpen worden en overeind kunnen blijven. Dit in de wetenschap dat met de vergrijzing het aandeel mantelzorgers per zorgontvanger in de komende 20 jaar zal dalen, zoals benoemd in het Gezondheidsakkoord. |
% inwoners met een WMO maatwerkarrangement | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
5,8 | 6 | 5,9 | 5,8 | 5,6 | 6 |
Bron: | CBS | ||||
Toelichting: | Deze indicator betreft het aantal WMO cliënten met maatwerkarrangementen in het eerste halfjaar van het betreffende jaar per 100 inwoners. Deze indicator komt uit het Besluit Begroting en verantwoording (BBV). De BBV indicatoren staan gepubliceerd op www.waarstaatjegemeente.nl. Hier staat het per 10000 inwoners. Onder gemeenten met 100.000 - 300.000 inwoners was het 6,6%. We zagen in 2019 in Amersfoort een lichte daling van het aantal inwoners dat WMO voorzieningen gebruikt en in 2020 een lichte stijging. Dit laatste komt waarschijnlijk door de invoering van het abonnementstarief. Sinds 2021 zien we een lichte daling. Deze afname komt onder andere doordat dagactiviteiten voor ouderen een algemene voorziening is geworden waarvoor geen beschikking meer nodig is; door openstelling van de Wlz voor de GGZ-doelgroep begin 2021, waardoor meer cliënten naar de Wlz zijn gegaan; en doordat de effecten van de invoering van het Wmo-abonnementstarief zijn gestabiliseerd. Het betreft halfjaar cijfers. Het meest recente cijfer is een voorlopig cijfer. Halfjaarlijks worden de cijfers geactualiseerd op de landelijk monitor www.waarstaatjegemeente.nl (onder Gemeentelijke monitor sociaal domein). Cijfers van voorgaande jaren waren ook voorlopig en zijn door na-ijlende verantwoording achteraf gaan dalen. Administratief zijn dossiers gecorrigeerd op basis van het werkelijke zorggebruik. Hierdoor kunnen definitieve cijfers van voorgaande jaren verschillen van eerder gerapporteerde (voorlopige) cijfers. |
% jongeren met jeugdhulp | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
9,4 | 8,9 | 9,9 | 10,9 | 11 | 9,4 |
Bron: | CBS | ||||
Toelichting: | Deze indicator is gebaseerd op de Amersfoortse jongeren tot en met 17 jaar die jeugdhulp ontvingen in het eerste halfjaar van het betreffende jaar. We streven naar minder zorg dan bij andere gemeenten met 100.000-300.000 inwoners. De realisatiecijfers over het gebruik van zorg ijlen sterk na. Halfjaarlijks worden de cijfers geactualiseerd op de landelijke monitor www.waarstaatjegemeente.nl. |
% zelfstandig wonende 70+'ers | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
94,2 | 94,2 | 94,4 | 93,9 | 93,8 | 94,5 |
Bron: | CBS | ||||
Toelichting: | Het cijfer toont het percentage personen van 70 jaar en ouder dat in het eerste kwartaal van het betreffende jaar zelfstandig woont . Een persoon woont zelfstandig als hij of zij niet in een instelling (zoals een verpleeg- of verzorgingshuis) woont. In het programma Langer Thuis heeft het Rijk de ambitie opgenomen om ouderen te helpen in hun vertrouwde omgeving zelfstandig oud te worden met een goede kwaliteit van leven. Het aandeel zelfstandig wonenden is in Amersfoort iets lager dan in andere gemeenten met 100.000 tot 300.000 inwoners (in 2023 was het aandeel daar 94,8%). CBS heeft de indicator zelfstandig wonende 75+'ers vervangen door zelfstandig wonende 70+'ers. Omdat de indicator zelfstandig wonende 75+'ers niet meer wordt gemeten, hebben we de indicator vervangen door zelfstandig wonende 70+'ers. |
Gerealiseerde garantiebanen in het kader van het Sociaal Akkoord | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
70 | 22 | 47 | 60 | ||
Bron: | Werk en Inkomen | ||||
Toelichting: | De banenafspraak in het kader van het Sociaal akkoord is een afspraak tussen werkgevers-, werknemersorganisaties en het Rijk om extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren. De landelijke afspraak is naar regionaal niveau vertaald. Binnen de regionale afspraak hanteren we voor Amersfoort een aandeel van 50% van de regio voor het vaststellen van de doelstelling. Onder andere de coronacrisis heeft in 2020 gezorgd voor een daling van het aantal garantiebanen en dit zette begin 2021 door. In 2021 zien we vanaf Q2 wel weer een toename van het aantal garantiebanen. Naast corona hebben de resultaten ook te maken met de beweging van mensen die vallen onder de doelgroep Banenafspraak. Regio Amersfoort beweegt hierin mee in de lijn van het gemiddelde landelijke beeld. Er zijn overigens meer banen ontstaan dan in de indicator vermeld staan; het totaal aantal banen is namelijk het resultaat van aantal gecreëerde banen minus het aantal verdwenen banen. Dat betekent dat er meer banen gecreëerd zijn dan het jaarlijkse realisatiecijfer weergeeft, omdat ook de verdwenen banen gecompenseerd moeten worden. De regionale inspanning onder werkgevers is daarmee dus groter dan het realisatiecijfer laat zien. Het streefcijfer voor 2023 is niet bekend. We hebben ons altijd laten leiden door de streefcijfers die landelijk worden gepubliceerd. Vermoedelijk worden de streefcijfers landelijk aangepast omdat het landelijk beeld is dat de streefcijfers niet haalbaar zijn o.a. als gevolg van de coronapandemie. Overigens ontwikkelen de realisatiecijfers van Amersfoort zich in de lijn van het landelijke beeld. |
Personen met een bijstandsuitkering per 1000 inwoners | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
37 | 57 | 43 | 36 | 35 | 37 |
Bron: | CBS - Participatiewet | ||||
Toelichting: | Het betreft het aantal personen per 1.000 inwoners van 18 jaar en ouder. De bijstandsdichtheid is in Amersfoort in vergelijking met grote gemeenten van 100.000- 300.000 laag. Bij de andere grote gemeenten is deze namelijk 40 personen per 1.000 inwoners in 2023. Realisatiecijfers 2020 en 2021: De CBS-cijfers zijn inclusief TOZO en dat verklaart de stijging. We kiezen ervoor om wel deze indicator te blijven gebruiken omdat het een BBV-indicator is en we met deze indicator kunnen vergelijken met 100.000+ en Nederland. Streefcijfer 2022: Aan de hand van de laatst bekende cijfers en kijkend naar huidige werkloosheidspercentage (vergelijkbaar met 2019) en komen we op een streefcijfer van 37 voor 2023. |
Schaalscore sociale cohesie | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
6,3 | 6,3 | 6,3 | |||
Bron: | Stadspeiling | ||||
Toelichting: | Het kengetal sociale cohesie (ook wel sociale samenhang) is berekend op basis van de mening van inwoners over vier stellingen: de mensen in deze buurt kennen elkaar nauwelijks, de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om, ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is, en ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. De score varieert van 0 (=geen samenhang) tot 10 (=veel samenhang). Het betreft hier een cijfer gebaseerd op een steekproef. De sociale cohesie is de laatste jaren gelijk gebleven. |
werkloosheid (%) | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
4 | 4,4 | 4,4 | 3,3 | ||
Bron: | CBS, Enquete Beroepsbevolking | ||||
Toelichting: | Het percentage mensen zonder betaald werk dat op zoek is naar werk en beschikbaar is voor de arbeidsmarkt per 1000 inwoners van 15 tot AOW-leeftijd. Doordat CBS vanaf 2022 gebruik maakt van een nieuwe meetmethode, is het percentage werkloosheid hoger dan volgens de oude methode. Om de ontwikkeling van de werkloosheid te kunnen weergeven, zijn de realisatiecijfers van voorgaande jaren aangepast. |
2.2 Veiligheid en handhaving
rapportcijfer voor de buurt | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
7,4 | 7,4 | 7,4 | |||
Bron: | monitor Leefbaarheid en Veiligheid (Stadspeiling) | ||||
Toelichting: | Het rapportcijfer voor de buurt geeft een indicatie van het ervaren leefklimaat (sociaal en fysieke leefomgeving). De monitor Leefbaarheid en veiligheid vindt elke twee jaar in de oneven jaren plaats. Het cijfer komt in het voorjaar van 2026 beschikbaar. |
Totaal van misdrijven per 1.000 inwoners | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
48 | 46,6 | 40 | 44,7 | 47,3 | 45 |
Bron: | Politie, BVH | ||||
Toelichting: | Het betreft hier de door de politie geregistreerde misdrijven (aangiften plus eigen registraties). Het aantal misdrijven laat een daling zien in de afgelopen jaren. In 2020 is het aantal misdrijven verder afgenomen, mede door corona. In 2023 is het aantal misdrijven iets gestegen. Dit komt mede door een stijging van het aantal diefstallen van (brom-, snor-,) fietsen. De misdaadcijfers van de politie hebben betrekking op het betreffende jaar. De aantallen zijn afgezet tegen de bevolking per 1 januari. Zie ook www.amersfoortincijfers.nl. |
Totaal woninginbraken per 1.000 inwoners | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
4,1 | 2,6 | 1,3 | 1,4 | 1,2 | |
Bron: | Politie, BVH | ||||
Toelichting: | Het betreft hier de door de politie geregistreerde misdrijven (aangiften plus eigen registraties van woninginbraken, inclusief poging en diefstal zonder braak). Het aantal inbraken is sinds 2020 gedaald. Dit kwam in 2020 en 2021 onder andere doordat in de coronapandemie men meer thuis was. Daarnaast kan een mogelijke verklaring zijn dat particulieren steeds vaker goede beveiligingssystemen hebben en zijn goederen steeds vaker met een GPS tracker terug te vinden. Ook vond er de laatste jaren een verschuiving plaats naar andere vormen van criminaliteit, zoals cybercrime. De cijfers van de politie hebben betrekking op het betreffende jaar. De aantallen zijn afgezet tegen de bevolking per 1 januari. De indicator dient verplicht te worden opgenomen vanuit het rijk (Besluit Begroting en Verantwoording). Zie ook www.waarstaatjegemeente.nl. |
3.1 Economie
Aantal banen per 1000 inwoners van 15 t/m 64 jaar (woonwerkbalans) | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
863 | 874 | 891 | 912 | 918 | 850 |
Bron: | Lisa, bewerking O&S | ||||
Toelichting: | Amersfoort streeft naar een balans tussen wonen en werken. We meten het vanaf 2016 via de landelijk verplicht gestelde indicator "aantal banen (vanaf 1 uur per week) per 1000 inwoners van 15 t/m 64 jaar". Deze indicator laat ons zien of de economische ontwikkeling de bevolkingsontwikkeling voldoende bijhoudt. We streven naar een woon-werkbalans van minimaal 850 banen van 1 uur of meer per week per 1.000 inwoners van 15-64 . Zie ook Dashboard economie en arbeidsmarkt op www.amersfoortincijfers.nl. |
Groei van de werkgelegenheid in % ten opzichte van voorgaande jaar | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
3,4 | 1,9 | 2,1 | 3 | 2,3 | |
Bron: | Lisa | ||||
Toelichting: | Voor de toename van de werkgelegenheid wordt gekeken naar de toename van het aantal arbeidsplaatsen van 1 uur of meer per week. We streven naar een groei die hoger is dan het landelijke gemiddelde. In 2022 was de groei van de werkgelegenheid in Amersfoort hoger dan het landelijk gemiddelde van 2,9 procent. Voor 2023 zijn er nog geen landelijke cijfers bekend. We geven geen streefcijfers omdat de trend te afhankelijk is van de conjunctuur. Zie ook: www.amersfoortincijfers.nl/dashboard. |
Positie op de sociaal-economische index | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
3 | 4 | 1 | 1 | 1 | |
Bron: | Atlas voor gemeenten | ||||
Toelichting: | We willen sociaal-economisch een blijvende toppositie in Nederland behouden. De rangorde laat ons zien hoe Amersfoort het op aspecten als werkgelegenheid, werkloosheid en bijstand doet in vergelijking met de 50 grootste gemeenten. We streven ernaar om de positie in de top-5 te behouden. Amersfoort heeft in 2023 haar eerste positie op de sociaaleconomische index behouden. De stad dankt de hoge positie vooral aan de lage werkloosheid en het hoge aandeel vrouwen en hoger opgeleiden in de werkende beroepsbevolking. Daarnaast telt Amersfoort relatief weinig huishoudens met een laag inkomen of bijstand en een gering aandeel lager opgeleiden. Toelichting: De Atlas voor Gemeenten bevat een benchmark van de sociaal-economische positie van de 50 grootste gemeenten in Nederland. Zie ook www.amersfoortincijfers.nl. |
3.2 Onderwijs en jeugd
% voortijdig schoolverlaters | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
1,8 | 1,8 | 1,6 | 2,4 | 1,6 | |
Bron: | DUO | ||||
Toelichting: | Voortijdig schoolverlaten proberen we te voorkomen. Amersfoort heeft positief resultaat in vergelijking met andere grote gemeenten waar het gemiddelde 2.7% is. |
Relatief verzuim | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
21 | 18 | 17 | 25 | 20 | |
Bron: | DUO | ||||
Toelichting: | Deze indicator betreft het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 inwoners 5-18 jaar. Er is sprake van relatief verzuim als een leerplichtige jongere wel op een school staat ingeschreven, maar zonder geldige reden les- of praktijktijd verzuimt. Scholen zijn wettelijk verplicht ongeoorloofd verzuim en schooluitval te melden aan DUO. |
3.3 Sport
% niet-wekelijkse sporters | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
38 | |||||
Bron: | GGD | ||||
Toelichting: | Percentage van de bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet. Elke vier jaar wordt deze indicator gemeten in de gezondheidsmonitor van de GGD regio Utrecht. Door een fout in het systeem bij de dataverzameling konden er geen betrouwbare cijfers over 2020 gepresenteerd worden. Het streefcijfer voor 2020 was 41. Het betreft hier een verplichte indicator vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het % niet-wekelijkse sporters wijkt af van het % niet-wekelijkse sporters in de Amersfoortse Vrijetijdsmonitor 2022, omdat de vraag op een andere manier gesteld is. |
% volwassenen en senioren dat voldoet aan de (nieuwe) beweegrichtlijn | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
52 | |||||
Bron: | GGD | ||||
Toelichting: | Het gaat hier om de in 2017 ontwikkelde nieuwe beweegrichtlijn. Deze geldt ter vervanging van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). De beweegrichtlijn is strenger dan de NNGB: niet alleen voldoende beweging, maar ook bot- en spierversterkende activiteiten zijn vereist om aan de richtlijn te voldoen. Elke vier jaar wordt deze indicator gemeten in de gezondheidsmonitor van de GGD regio Utrecht. Door een fout in het systeem bij de dataverzameling konden er geen betrouwbare cijfers over 2020 gepresenteerd worden. Het streefcijfer voor 2020 was 57%. Het cijfer voor Amersfoort is hoger dan het gemiddelde voor de regio Utrecht van 51 procent. |
3.4 Cultuur
% inwoners dat tevreden is met het kunst- en cultuuraanbod (inclusief evenementen) | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
62 | 72 | ||||
Bron: | Stadspeiling (Vrijetijdsmonitor), O&S | ||||
Toelichting: | De indicator wordt in 2022 opnieuw gemeten. Percentage inwoners (16-84) dat tevreden is met het kunst- en cultuuraanbod, inclusief evenementen, in Amersfoort. Dit is het percentage 'tevreden' op het totaal van de antwoorden 'tevreden', 'niet (zo) tevreden' en 'ik ben daar onvoldoende van op de hoogte'. Het betreft hier een cijfer gebaseerd op een steekproef. Het cijfer van 2022 wijkt niet significant af van 2014. De tevredenheid is dus gelijk gebleven vergeleken met 2014. Zie voor meer informatie: www.amersfoortincijfers.nl . |
4.1 Bestuur en dienstverlening
% afnemers van digitale diensten dat positief is over het formulier | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
84 | 86 | 83 | 83 | 86 | 90 |
Bron: | Klant in Focus | ||||
Toelichting: | De waardering van onze digitale diensten is in 2023 iets hoger dan de jaren ervoor, maar al jaren redelijk constant. Onze ambitie ligt hoger (90%), maar met de huidige formulieren lijkt dat niet haalbaar. |
% bellers met het KCC dat positief is over dienstverlening | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
95 | 93 | ||||
Bron: | Klant in Focus | ||||
Toelichting: | De klanttevredenheid aan de telefoon is sinds 2020 niet gemeten. | ||||
% bezoekers van de balie Burgerzaken en receptie dat positief is over dienstverlening | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
93 | 92 | 92 | 93 | 90 | |
Bron: | Klant in Focus | ||||
Toelichting: | In de hal van het stadhuis is een zuil geplaatst waarop de dienstverlening kan worden beoordeeld. De waardering van de dienstverlening aan de balie burgerzaken en de receptie is al jaren redelijk constant. |
% bezoekers van www.amersfoort.nl dat positief is | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
52 | 54 | 56 | 45 | 48 | 60 |
Bron: | Klant in Focus | ||||
Toelichting: | Uit de resultaten blijkt dat de website qua klanttevredenheid minder hoog scoort dan op de andere kanalen. Klanten zijn geneigd persoonlijk contact hoger te waarderen dan contact via de website. Bovendien zien we dat veel mensen op de website vooral reageren als ze iets niet kunnen vinden: vandaar de lagere score. Eind 2022 is de website vernieuwd. |
% telefonische bereikbaarheid 14033 Klant Contact Centrum (KCC) | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
83 | 78 | 80 | 66 | 82 | 85 |
Bron: | KCC/KCS | ||||
Toelichting: | In 2022 was het KCC door verschillende omstandigheden tijdelijk minder bereikbaar dan eerdere jaren. In 2023 is het bereikbaarheidscijfer weer terug op het niveau van voor 2022. |
6.1 Bedrijfsvoering
Apparaatskosten per inwoner | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
523 | 588 | 609 | 647 | 718 | 752 |
Bron: | Gemeente Amersfoort | ||||
Toelichting: | Apparaatskosten per 31-12. Het betreft organisatiekosten, d.w.z. de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (salarissen), organisatie-, huisvestings-,materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur. Deze indicator betreft een verplichte indicator op grond van de BBV. |
Bezetting in fte per 1000 inwoners | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
5,8 | 6,3 | 6,2 | 6,4 | 6,8 | 6,2 |
Bron: | Gemeente Amersfoort | ||||
Toelichting: | Het werkelijk aantal fte dat werkzaam is, inclusief boventallige medewerkers per 31-12 van het betreffende jaar. De indicator is verplicht op grond van de BBV. Bij de begroting 2023 heeft de gemeenteraad €6 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor de versterking en doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie. Ook via het bestuursakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld. De bezetting op deze extra formatie is toegenomen met 69 fte. |
formatie in fte per 1000 inwoners | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
6,3 | 6,55 | 6,5 | 6,6 | 7,2 | 6,5 |
Bron: | |||||
Toelichting: | De toegestane formatie in fte van het ambtelijk apparaat per 31 december. Het betreft een verplichte indicator op grond van de BBV. Bij de begroting 2023 heeft de gemeenteraad €6 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor de versterking en doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie. Ook via het bestuursakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld. De toegestane formatie is toegenomen met 97,1 fte. |
Kosten inhuur externen als % van de totale loonsom | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
28,5 | 22 | 21 | 21,4 | 20,4 | 18,3 |
Bron: | Gemeente Amersfoort | ||||
Toelichting: | Kosten op 31 december van het betreffende jaar. Hieronder vallen onder andere de inzet van uitzendkrachten, zzp'ers, of detacheringsovereenkomsten. De indicator is verplichte op grond van de BBV. |
Overhead in % van de totale lasten | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
7,7 | 6,8 | 7,5 | 7,3 | 7,6 | 8,4 |
Bron: | Gemeente Amersfoort | ||||
Toelichting: | Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces als percentage van de totale lasten. Cijfer geldt per 31-12 van het betreffende jaar. Deze indicator betreft een verplichte indicator op grond van de BBV. |
Ziekteverzuim (%) | |||||
Realisatie cijfers | Streefcijfers | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
5,3 | 5,3 | 5,3 | 7,1 | 7,1 | 5 |
Bron: | Gemeente Amersfoort | ||||
Toelichting: | Cijfer geldt over het kalenderjaar. Betreft een verplichte indicator o.b.v. BBV. Het verzuimpercentage is gelijk gebleven, maar er is sprake van verschuivingen in de duurklassen. Het korte, middenlange en lange verzuimpercentage zijn gedaald. Het extra lange verzuim is verdubbeld. |