Jaarrekening

Financieel resultaat 2023

In 2023 hadden we (in tegenstelling tot de jaren hiervoor) geen last meer van inkomstenderving en hogere lasten als gevolg van de coronamaatregelen. Waar we wel mee te maken hadden, waren de naweeën van een hoge inflatie en een blijvende instroom van (Oekraïnse) vluchtelingen. De lasten die daarmee samenhangen, krijgen we volledig gecompenseerd door het Rijk. Dit betekende derhalve geen financieel nadeel voor onze begroting.

Economisch gezien was 2023 een gemiddeld jaar. De huizen- en grondverkopen bleven de eerste paar maanden van het jaar nog achter bij de verwachting, maar dat werd tweede helft van 2023 weer ruimschoots goed gemaakt. De hoge inflatie in de eerste helft van het jaar (en eind 2022) heeft de uitgangspunten ten aanzien van de grondexploitaties negatief beïnvloed. Dat is ook zo opgenomen in onze Zomerrapportage. Na de zomer verbeterden de economische verwachtingen en daarmee ook de grondexploitaties, waardoor het bij de Zomerrapportage verwachtte nadeel, zich uiteindelijk niet heeft voorgedaan. Verder merken we dat 2023 zich vooral kenmerkt als het jaar waarin het lastig was om geschikt personeel te vinden. Dat geldt voor onszelf, maar ook voor de partijen met wie we samenwerken dat de personeelsschaarste een groot probleem is.
Grosso modo hebben we in Amersfoort het jaar 2023 in financieel opzicht positief afgesloten met een incidenteel bruto bedrag van € 31 miljoen. Dit bedrag is het saldo van een groot aantal financiële meevallers en tegenvallers over het jaar 2023. De financiële meevallers zijn deels veroorzaakt doordat een aantal projecten vanwege (intern én extern) capaciteitsgebrek niet (volledig) uitgevoerd hebben kunnen worden. Een deel van dit bedrag is in 2024 nodig voor projecten of lasten die eigenlijk voor 2023 geraamd waren, maar die wegens diverse omstandigheden geen doorgang konden vinden en in of na 2024 wel door moeten gaan. Hiervoor treft u separaat een voorstel aan met de zogenoemde ‘bestemmings- en overhevelingsvoorstellen’ ter bestemming van het rekeningresultaat.
De Zomerrapportage 2023 liet een negatief resultaat zien van € 6,4 miljoen. Dat was inclusief de negatieve verwachtingen ten aanzien van de grondexploitaties. Dat is nu bij de Jaarrekening 2023 positief bijgesteld. Het grootste deel van de financiële mee- en tegenvallers bij de Zomerrapportage heeft zich ultimo 2023 inderdaad voor gedaan. Daarnaast is er sprake van een aantal andere mee- en tegenvallers.

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mee- en tegenvallers van het afgelopen jaar weergegeven. Hierbij worden alleen de posten getoond die binnen het programma een voor- of nadeel van minimaal € 1 miljoen aan de lasten- of de batenkant veroorzaken.

Voor een meer gedetailleerde analyse van de verschillen per programma verwijzen we u naar de analyses die bij het financieel overzicht van het betreffende programma zijn opgenomen.

Tabel AR.01 Overzicht belangrijkste mee- en tegenvallers   
(x € miljoen)

Nr.

Programma

Hogere baten / lagere lasten

Hogere lasten / lagere baten

Saldo

1

1.1 Stedelijk beheer en milieu

Energietransitie

1,2

1,2

2

1.1 Stedelijk beheer en milieu

Afval - concept eindafrekening ROVA 2022

1,2

1,2

3

1.1 Stedelijk beheer en milieu

Compensabele BTW Vetgasterrein

2,2

2,2

4

1.1 Stedelijk beheer en milieu

Openbare verlichting

-1,2

-1,2

5

1.1 Stedelijk beheer en milieu

Werkzaamheden derden

-1,7

Werkzaamheden derden

1,8

0,1

6

1.1 Stedelijk beheer en milieu

Bomen en vergroenen

2,2

2,2

7

1.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Verliesvoorzieningen grondexploitaties

-2,8

-2,8

8

1.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Verliesvoorziening Kavels over de Laak

-1,3

-1,3

9

1.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Vrijval voorziening Vathorst (OBV)

2,0

2,0

10

1.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Facilitaire projecten

-1,4

Facilitaire projecten

1,4

0,0

11

1.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Plangebied Vathorst

-2,4

Plangebied Vathorst

2,4

0,0

12

1.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Afwijkingen grondexploitaties

-7,6

Afwijkingen grondexploitaties

7,6

0,0

13

1.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Kapitaallasten lager dan begroot

1,8

1,8

14

1.4 Mobiliteit

Misgelopen baten straatparkeren

-1,9

-1,9

15

1.4 Mobiliteit

Storting in voorziening m.b.t. juridische claims

-5,4

-5,4

16

2.1 Sociaal domein

Specifieke uitkering Integraal Zorgakkoord (IZA) / Buurtwerk/Sociale Basisinfrastructuur

-0,9

Specifieke uitkering Integraal Zorgakkoord (IZA) / Buurtwerk/Sociale Basisinfrastructuur

2,4

1,5

17

2.1 Sociaal domein

Ambulante Zorg en Wijkteams

1,0

1,0

18

2.1 Sociaal domein

Opstartkosten aanbieder specialistische jeugdzorg

-1,2

-1,2

19

2.1 Sociaal domein

Huishoudelijke hulp

-1,3

-1,3

20

2.1 Sociaal domein

Ambulante (dag) behandeling jeugd

-1,0

-1,0

21

2.1 Sociaal domein

Gezond verblijf (Jeugd)

-1,2

Gezond verblijf (Jeugd)

0,1

-1,1

22

2.1 Sociaal domein

Maatwerkvoorzieningen (Jeugd, via BSA)

-2,2

-2,2

23

2.1 Sociaal domein

Landelijk transitie arrangement (Jeugd en Volwassenen)

-1,2

Landelijk transitie arrangement (Jeugd en Volwassenen)

0,1

-1,1

24

2.1 Sociaal domein

Opstartkosten aanbieder specialistische jeugdzorg

-1,2

-1,2

25

2.1 Sociaal domein

Beschermd wonen (inclusief PGB’s en LVB)

12,4

Beschermd wonen (inclusief PGB’s en LVB)

0,1

12,4

26

2.1 Sociaal domein

Jeugd ambulante begeleiding

-1,0

-1,0

27

2.1 Sociaal domein

Jeugdbescherming (Samen Veilig Midden Nederland)

1,1

1,1

28

2.1 Sociaal domein

Plan van aanpak Dak- en Thuisloosheid, Maatschappelijke opvang en Verslavingsbeleid

1,3

Plan van aanpak Dak- en Thuisloosheid, Maatschappelijke opvang en Verslavingsbeleid

0,1

1,4

29

2.1 Sociaal domein

Opvang Oekraïense ontheemden

-10,7

Opvang Oekraïense ontheemden

15,7

5,0

30

2.1 Sociaal domein

Specifieke uitkering Wet Inburgering (besteding regeling)

-1,8

Specifieke uitkering Wet Inburgering (besteding regeling)

1,8

0,0

31

2.1 Sociaal domein

De uitkeringslasten van de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) en uitvoeringskosten

-4,5

De uitkeringslasten van de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) en uitvoeringskosten

0,7

-3,8

32

2.1 Sociaal domein

ESF gelden

1,8

1,8

33

2.1 Sociaal domein

Energietoeslag 2023

-5,5

Energietoeslag 2023

-5,5

34

3.2 Onderwijs en jeugd

Voortijdig schoolverlaten

1,0

Voortijdig schoolverlaten

-1,1

-0,2

35

3.3 Sport en bewegen

Sportstimulering/Specifieke uitkering (SPUK) Gezond Actief Leven Akkoord (GALA)

-0,4

Sportstimulering/Specifieke uitkering (SPUK) Gezond Actief Leven Akkoord (GALA)

1,1

0,7

36

4.1 Bestuur en dienstverlening

Omgevingsvergunningen (leges)

-1,1

Omgevingsvergunningen (leges)

-1,0

-2,1

37

5.1 Financiën en belastingen

Algemene uitkering

9,3

9,3

38

5.1 Financiën en belastingen

Hogere rentebaten

4,1

4,1

39

5.1 Financiën en belastingen

Interne rekenrente

-4,8

-4,8

40

5.1 Financiën en belastingen

Stelpost loon/prijsbijstelling

1,4

1,4

41

6.1 Bedrijfsvoering

Uitgestelde investeringen

1,5

1,5

42

6.1 Bedrijfsvoering

Organisatie-ontwikkelbudget

2,2

2,2

43

Diverse

Overige meevallers < € 1 miljoen

16,0

16,0

Totaal

31,0

De begroting 2023 die structureel een overschot van € 0,2 liet zien, sloot overall met een tekort van € 12,4 miljoen. De Zomerrapportage liet ook een tekort zien, van € 6,4 miljoen. De jaarrekening 2023 sluit met een overschot van € 31 miljoen. Dit heeft een aantal belangrijke oorzaken. De belangrijkste daarvan is dat we via het gemeentefonds meer geld van het Rijk hebben gekregen. Deels vanwege een extra loon/prijscompensatie; deels omdat we extra geld voor diverse taken hebben ontvangen. Hier staat tegenover dat er bij mobiliteit een nadeel is ontstaan vanwege de vorming van een voorziening juridische claims in verband met de oude Westelijke Ontsluiting. Ook zien we dat, mede als gevolg van personeelstekorten, een aantal projecten niet (volledig) tot uitvoering is gekomen. Dat leidt verspreid door de jaarrekening tot financiële voordelen ten opzichte van de begroting. Bij met name de investeringen zien we dat een aantal investeringen achter blijft, mede ook doordat vanwege de personeelsschaarste de uitvoeringskracht van de organisatie grenzen kent.

Hieronder geven we een toelichting op de belangrijkste financiële mee- en tegenvallers uit bovenstaande tabel.
Toelichting van de belangrijkste financiële mee- en tegenvallers:

  1. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt was de personele bezetting begin 2023 nog niet optimaal om alle plannen uit te kunnen voeren. Later in 2023 is de personeelsbezetting wel op sterkte gekomen. Dit heeft echter over het jaar 2023 geleid tot incidenteel lagere uitgaven van € 1,2 miljoen.
  2. De eindafrekening van de ROVA heeft gunstiger uitgepakt dan begroot. Dit komt met name doordat de prijs van oud papier gestegen is. Daarnaast is er ook minder restafval aangeboden dan geraamd. Per saldo leidt dit tot een incidenteel voordeel van € 1,2 miljoen.
  3. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in 2023 een tegemoetkoming voor niet compensabele BTW inzake de verdere sanering van de grond van de oude Vetgasfabriek verstrekt. Dit hadden we niet begroot en leidt tot een incidentele meevaller van € 2,2 miljoen.  
  4. Vanwege hogere stroomprijzen en gestegen netbeheerkosten is de energierekening voor de openbare verlichting € 1,2 miljoen hoger uitgevallen dan verwacht.
  5. Er zijn werkzaamheden uitgevoerd waar bijdragen van derden tegenover staan. Zoals bijvoorbeeld het plaatsen van speeltoestellen op schoolpleinen of het straatwerk voor het (laten) aanleggen van kabels en leidingen. Per saldo is dit een budgettair neutrale ontwikkeling.
  6. De aanbesteding voor het planten van bomen is pas aan het begin van het derde kwartaal van 2023 gegund. Daarnaast waren de laatste maanden van 2023 erg nat, waardoor het niet mogelijk was om alle bomen te planten die in de planning stonden. Dit heeft geleid tot een incidenteel voordeel van € 2,2 miljoen.
  7. In het verleden zijn verliesvoorzieningen gevormd voor een aantal grondexploitaties. Die verliesvoorziening moet nu met € 2,8 miljoen verhoogd worden. Dat levert een incidenteel nadeel op in de jaarrekening.
  8. In het verleden hebben we een verliesvoorziening gevormd ten behoeve van de 'Kavels over de Laak'. Die verliesvoorziening moet nu met € 1,3 miljoen verhoogd worden. Dat levert een incidenteel nadeel op in de jaarrekening.
  9. In het verleden hebben we een verliesvoorziening gevormd ten behoeve van de ontwikkeling van Vathorst. De marktontwikkeling is momenteel echter dusdanig dat deze verliesvoorziening vrij kan vallen. Dat leidt tot een incidenteel voordeel van € 2,0 miljoen.
  10. De gemeente faciliteert een aantal projecten van particuliere initiatiefnemers, waarvan de kosten worden verhaald op derden. Dit levert in 2023 een hogere last op van € 1,4 miljoen. Daar staan hogere baten tegenover, omdat deze lasten verhaalbaar zijn. Per saldo is dit budgettair neutraal.
  11. In het kader van de ontwikkeling van plangebied Vathorst worden de gronden, welke in het bezit zijn van de gemeente, op aanvraag van het Ontwikkel Bedrijf Vathorst (OBV) aan hen geleverd. Dit gebeurt zodra het OBV deze gronden daadwerkelijk aan een derde partij gaat leveren. De afwijking ten opzichte van de begroting 2023 is budgettair neutraal.
  12. Ten aanzien van de grondexploitaties is er sprake van een saldo van per saldo afgerond nagenoeg € 0.
  13. Als gevolg van een verplichte bijstelling van de omslagrente van 1% naar 0,25% vallen de kapitaallasten lager uit dan begroot. Dit betreft een voordeel van € 1,8 miljoen in het programma Ruimtelijke Ontwikkeling, en een even groot nadeel in het programma Financiën en Belastingen en is per saldo budgettair neutraal.  
  14. Zowel de implementatie van de scanauto als ook de uitbreiding fiscalisering hebben nog niet plaatsgevonden. Hierdoor is er een tekort van € 1.9 miljoen ontstaan bij het parkeren.
  15. Ten behoeve van de afronding van het oude project Westelijke Ontsluiting is een bedrag van € 5,4 miljoen gestort in de voorziening juridische claims. Voorheen was dit als risico opgenomen in de risicoparagraaf.
  16. In het kader van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) hebben we een specifieke uitkering van € 2,4 miljoen ontvangen; dat geld hebben we besteed conform het doel van de specifieke uitkering. Deels hadden we deze werkzaamheden reeds begroot. Daardoor houden we reguliere middelen over voor een bedrag van € 1,5 miljoen.
  17. Stichting Wijkteams Amersfoort laat een voordeel zien van € 1,0 miljoen. Dit komt onder andere door de krapte op de arbeidsmarkt.
  18. In 2023 hebben we opstartkosten gemaakt voor het aanbieden van specialistische jeugdhulp via MetMaya. Hierdoor hebben we incidenteel € 1,2 miljoen meer uitgegeven dan begroot.
  19. Door een hoger aantal cliënten hebben we een overschrijding op het budget huishoudelijke hulp van € 1,3 miljoen.
  20. De lasten voor ambulante begeleiding Jeugd zijn afgerond € 1,0 miljoen hoger dan geraamd. Dit is een open-einde regeling, waarbij de rekening bij de gemeente ligt als er meer vraag naar ambulante begeleiding is.
  21. We hebben € 1,2 miljoen meer uitgegeven aan gezond verblijf jeugd dan begroot. Dit komt door een daling van het beschikbare budget naar aanleiding van de hervormingsagenda Jeugd en door hogere lasten die samenhangen met een nieuwe instroom van jeugdigen met dure zorgindicaties.
  22. De lasten met betrekking tot de maatwerkvoorzieningen jeugd zijn € 2,2 miljoen hoger dan geraamd. Dit komt door een langere behandelduur en complexere cliënten.
  23. De lasten voor het Landelijk Transitiearrangement (LTA) zijn € 1,2 miljoen hoger dan begroot. De oorzaak hiervan is een toename van het aantal voorzieningen bij cliënten met complexe casuïstiek
  24. Vanaf 1 januari 2024 verzorgt MetMaya de Specialistische Jeugdhulp in de Regio Amersfoort. In 2023 zijn incidentele opstartkosten gemaakt om de organisatie op te bouwen. Deze lasten zijn € 1,2 miljoen hoger dan begroot.  
  25. Op beschermd wonen is zowel op Zorg in Natura (€ 10,8 miljoen) als op de persoonsgebonden budgetten (€ 1,6 miljoen) in totaal € 12,4 miljoen niet uitgegeven. Dit komt voornamelijk doordat we voordeel hebben bij het verdeelmodel beschermd wonen. Dit voordeel neemt naar verwachting de komende jaren af.
  26. De lasten voor ambulante begeleiding Jeugd zijn € 1,0 miljoen hoger dan geraamd. Er zijn gemiddeld per cliënt meer uren ingezet.
  27. Het aandeel van de gemeente Amersfoort in de kosten van Samen Veilig Midden Nederland (SVMN, jeugdbescherming) is € 1,1 lager dan geraamd. De voornaamste reden hiervoor is dat we minder justitiële maatregelen hebben afgenomen.
  28. Ten behoeve van de aanpak Dak- en Thuisloosheid en Maatschappelijke opvang zijn vanuit het Rijk regionale middelen beschikbaar gesteld. Samen met partners zijn hiervoor plannen opgesteld. Dit kost tijd en ook de aanbesteding van de Maatschappelijke opvang zorgt dat verschillende projecten vertraging hebben opgelopen, waardoor er minder middelen zijn ingezet in totaal € 1,3 miljoen.
  29. Sinds eind februari 2022 vangen we ontheemden uit de Oekraïne op. Het Rijk heeft toegezegd de kosten daarvoor te vergoeden, middels een normbedrag per ontheemde, en de kosten te vergoeden voor verbouwingen om de opvang mogelijk te maken. In totaal is de vergoeding in 2023 (€ 15,7 miljoen) groter geweest dan de lasten (€ 10,7 miljoen).  
  30. Wij hebben met stichting Integratiewerk een samenwerking in de uitvoering van de nieuwe wet Inburgering die per 1 januari 2022 is ingegaan. De specifieke uitkering die we hiervoor ontvingen, hebben we op basis van een samenwerkingsovereenkomst over gemaakt aan de Stichting Integratiewerk. Het gaat hier om een bedrag van € 1,8 miljoen incidenteel. Per saldo is dit budgettair neutraal.
  31. De uitkeringslasten aan de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) zijn hoger dan verwacht; in plaats van een geraamde daling was er sprake van een stijging van het aantal bijstandscliënten. Dit levert per saldo een incidenteel nadeel op van € 3,8 miljoen.
  32. Wij hebben in 2023 een subsidie ontvangen van € 1,8 miljoen voor het project ESF arbeidsmarktregio Amersfoort 2020-2022. Dit geld is bedoeld voor extra inzet op het gebied van re-integratie van de gemeentelijke doelgroepen van alle gemeenten in de arbeidsmarktregio. Met de regio gaan we hiervoor plannen maken.
  33. Ook in 2023 hebben we incidentele middelen van het Rijk ontvangen (€ 5,5 miljoen) voor de energiecompensatie van arme gezinnen. De lasten hiervan staan in programma 2.1 Sociaal Domein; de baten in programma 5.1 Financiën en Belastingen.
  34. In het kader van voortijdig schoolverlaten ontvangen we specifieke uitkeringen. In 2023 hebben we minder ontvangen dan begroot; hier staat tegenover dat de lasten ook lager zijn. Per saldo leidt dit tot een nadeel van € 0,2 miljoen.
  35. In 2023 hebben we de specifieke uitkering Gezond en Actief Leven Akkoord ontvangen. Dat leverde € 1,1 miljoen extra op. Met dat geld hebben we deels nieuwe taken uitgevoerd, maar deels ook bestaande taken uit gedekt. Qua lasten hebben we € 0,4 miljoen extra uitgegeven, waardoor we per saldo incidenteel € 0,7 miljoen overhouden.  
  36. Vanwege de onzekerheden met betrekking tot de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 zijn er in 2023 minder bouwaanvragen ingediend. Dit heeft geleid tot lagere leges. Daarnaast hebben we ons wel moeten voorbereiden op de invoering van de Omgevingswet met het Digitaal Stelsel Omgevingswet waardoor er extra kosten zijn gemaakt. Per saldo leidt dit tot een nadeel van € 2,1 miljoen.
  37. Per saldo hebben we € 9,3 miljoen meer uit het gemeentefonds ontvangen dan we begroot hadden. De belangrijkste verklaring hiervoor zijn de middelen die we met de decembercirculaire hebben ontvangen (€ 6,7 miljoen) en de extra compensatie voor loon- en prijsstijgingen (€ 5,1 miljoen). De actualisatie van de verdeelmaatstaven leidde tot een nadeel van € 5,0 miljoen en de herrekening van de jeugdmiddelen tot een voordeel van € 2,0 miljoen ten opzichte van de begroting.
  38. In 2022 hebben we een langlopende geldlening van € 100 miljoen aangetrokken die we niet direct nodig hadden. Dat geld staat nu bij ’s Rijks Schatkist waar we een rente van ongeveer 4% ontvangen. Dat leidt tot een voordeel van € 4,1 miljoen.
  39. De omslagrente is gedaald van 1% naar 0,25%. Dit leidt in de begrotingsprogramma’s tot een voordeel en in programma 5.1 Financiën en Belastingen tot een nadeel van € 4,8 miljoen. Per saldo is dit budgettair neutraal.
  40. Bij het opstellen van de Begroting 2023-2026 is conform de Kadernota 2023-2026 rekening gehouden met een loon/prijsbijstelling van 3,5%. Aanvullend is daar nog 2,5% bijgekomen omdat in de loop van het jaar de lonen en prijzen stegen. Op basis van die 2,5% is een bedrag geraamd op de stelpost van € 8,7 miljoen dat beschikbaar is voor de extra loon/prijsbijstellingen. Bij het verdelen van de stelpost over de programma’s in 2023 bleek het te verdelen bedrag lager uit te vallen (€ 7,3 miljoen). Per saldo resteert hierdoor eind 2023 op de stelpost een bedrag van € 1,4 miljoen.
  41. Diverse bedrijfsvoeringsinvesteringen zijn vertraagd en schuiven door. In combinatie met een lagere omslagrente leidt dit tot een incidenteel voordeel van € 1,5 miljoen.
  42. Vanwege krapte op de arbeidsmarkt kon niet het gehele organisatie-ontwikkelbudget van € 6,0 miljoen worden uitgegeven. Er resteert eind 2023 nog € 2,2 miljoen.
  43. Tot slot zijn er diverse andere, veelal kleinere mee- en tegenvallers in de jaarrekening.

Verloop reserves

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van de saldireserve en de bestemmingsreserves over het jaar 2023.

Tabel AR.02 Overzicht verloop reserves

Naam reserve

Saldo begin 2023

Onttrekking

Toevoeging

Totaal

Algemene Reserve

87.839

-25.120

24.468

87.187

Bestemmingsreserves

90.210

-15.754

16.356

90.812

Gerealiseerd resultaat

26.694

0

4.258

30.952

Totaal

204.742

-40.874

45.082

208.951

Voor een uitgebreider overzicht van de reserves verwijzen we u naar de paragraaf Eigen vermogen , dit is onderdeel van de Toelichting op de balans.

We zien dat de saldireserve (onze algemene reserve) mede dankzij het jaarrekeningresultaat uit 2022 redelijk op peil gebleven is met € 87 miljoen. Dat geldt in feite ook voor de bestemmingsreserves die per saldo ook niet echt toe- of afgenomen zijn. De onttrekkingen en stortingen in de bestemmingsreserves hielden in 2023 gelijke tred. Vanwege de constante omvang van de saldireserve, is ook onze buffer voor het opvangen van financiële risico's (de beschikbare weerstandscapaciteit) en daarmee ook de weerstandsratio tussen 1 januari 2023 en 31 december 2023 gelijk gebleven.  

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2024 13:38:20 met de export van 05/22/2024 10:58:24